Inhoud synchroniseren,
ophalen of verzenden
Selecteer
Menu
>
Bed. paneel
>
Overdracht
.
Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van de
volgende opties om een nieuwe overdracht te starten,
afhankelijk van het model:
om de inhoud tussen uw apparaat en het andere
apparaat te synchroniseren, als het andere apparaat
synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie verloopt in
twee richtingen. Als een item op het ene apparaat is
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
20
verwijderd, wordt het ook op het andere verwijderd. U kunt
verwijderde items niet terugzetten via een synchronisatie.
om inhoud van het andere apparaat naar uw apparaat
te halen. Bij het ophalen wordt inhoud van het andere
apparaat naar uw apparaat gedownload. Mogelijk wordt aan
u gevraagd of u de oorspronkelijke inhoud op het andere
apparaat wilt behouden of verwijderen, afhankelijk van het
model van het apparaat.
om inhoud van uw apparaat naar het andere apparaat
te verzenden
Als een item niet kan worden verzonden, afhankelijk van het
type van het andere apparaat, kunt u het item toevoegen aan
de Nokia-map onder C:\Nokia of E:\Nokia in uw apparaat.
Wanneer u de map selecteert waarnaar de items moeten
worden overgebracht, worden de items in de bijbehorende
map in het andere apparaat gesynchroniseerd, en
omgekeerd.
Een overdracht herhalen met een snelkoppeling
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling met de
instellingen voor de overdracht in de hoofdweergave opslaan
om dezelfde overdracht later te herhalen.
Als u de snelkoppeling wilt bewerken, selecteert u
Opties
>
Snelkoppellingsinstllngn
. U kunt bijvoorbeeld de
snelkoppeling een naam geven of deze naam wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtslogbestand
weergegeven. U kunt het logbestand van de laatste
overdracht bekijken door een snelkoppeling in de
hoofdweergave te selecteren en
Opties
>
Log bekijken
te
kiezen.
Omgaan met overdrachtsconflicten
Wanneer een item dat moet worden overgebracht op beide
apparaten is bewerkt, probeert het apparaat de wijzigingen
automatisch samen te voegen. Als dit niet mogelijk is,
ontstaat er een overdrachtconflict. Selecteer
1 voor 1
controleren
,
Prioriteit deze telefoon
of
Priorit. andere
telefoon
om het conflict op te lossen.