Het apparaat blokkeren
De blokkeringscode beschermt het apparaat tegen
ongeoorloofd gebruik. De code is bij aanschaf ingesteld op
12345.
Als u het apparaat wilt blokkeren, drukt u op de aan/uit-toets
terwijl het startscherm wordt weergegeven en selecteert u
Blokkeer telefoon
.
Wilt u de blokkering opheffen, dan selecteert u
Blok. oph.
,
voert u de blokkeringscode in en selecteert u
OK
.
Als u de blokkeringscode wilt wijzigen, selecteert u
Menu
>
Bed. paneel
>
Instellingen
en
Algemeen
>
Beveiliging
>
Telefoon en SIM-kaart
. Voer de huidige code
in en vervolgens tweemaal de nieuwe code. De nieuwe code
mag tussen de 4 en 255 tekens lang zijn. U kunt zowel cijfers
als letters gebruiken, en zowel hoofdletters als kleine letters.
Noteer de nieuwe code en bewaar deze op een veilige plaats
(niet bij het apparaat). Zorg dat niemand de code aan de weet
komt. Als u de blokkeringscode vergeet en het apparaat
geblokkeerd is, moet u ermee naar een erkend Nokia-
servicepunt gaan. U moet mogelijk betalen om dit probleem
te laten oplossen. Om de blokkering van het apparaat op te
heffen moet de software opnieuw worden geladen. De
gegevens die u in het apparaat hebt opgeslagen, gaan
wellicht verloren.
U kunt het apparaat ook op afstand blokkeren door middel
van een SMS-bericht. Als u blokkeren op afstand wilt
inschakelen en de tekst voor het SMS-bericht wilt definiëren,
selecteert u
Menu
>
Bed. paneel
>
Instellingen
en
Algemeen
>
Beveiliging
>
Telefoon en SIM-kaart
>
Ext.
telef.vergrendeling
>
Ingeschakeld
. Voer de tekst voor
het blokkeringsbericht in en bevestig dit. Het bericht moet
uit ten minste 5 tekens bestaan. Noteer de tekst: u hebt deze
misschien later nodig.